Je zal maar in zo’n huis wonen.

Het huis uit de jaren dertig is al lang ontruimd. De hoogbejaarde bewoner heeft het huis van haar kindertijd verlaten. De mensen in de buurt herinneren zich een kwieke dame, die overal een duidelijke mening over had en nog met gemak een sprongetje over het tuinhekje maakte. In de voortuin, op het pad naar de deur, bewonder ik de voordeur, een goed voorbeeld van Hét Huisdetail, waarin de architect, die schuin naar Frank Lloyd Wright keek, of de aannemer, die nog op de Teekenschool had gezeten, voor de oorlog hun creativiteit op uitleefden.

In de hal schittert nog altijd een fraai Art Deco tegeltableau, ooit half bedekt met een kapstok en jassen. De meubels zijn geruimd en verkocht, maar de geest van de bewoner waart hier nog rond. Er hangen papiertjes met aanwijzingen en spreuken: ‘Dit knopje naar links omdraaien’ en: ‘Sinds ik spreken geleerd, heb ik begrepen dat zwijgen het best is’.

 

Er ligt zeil op de vloer met een lang vergeten decor, de plekken van de meubels zijn nog duidelijk zichtbaar. Het verfwerk op het houtwerk is van de allereerste schilder en eigenlijk niet eens versleten. Hier is altijd sober en netjes gewoond. In de keuken is geen warm water, het aanrecht in grijs terrazzo is vooroorlogs laag; in de kelder hangt een instructie wat te doen als het vriest.

Overal in huis zien we degelijk timmermanswerk, je vindt er in het archief geen tekening van, alles is in het werk gemaakt. We lopen door naar zolder, waar degelijkheid ten koste ging van zuinigheid: het dak buigt door. De aannemer heeft zich ten onrechte een extra spant bespaard. Daar liggen in oude kranten mooi gekleurde tegels, die als reserve waren bedoeld voor het tableau in de hal. Maar ook voor de diverse schouwen in huis, die de tegelzetter met liefde met tegelwerk bekleedde in plaats van natuursteen dat we vaak bij zulke schouwen zien.

Dan naar achteren; aan het betegelde plaatsje staat een schuurtje, daarbinnen nog een voorraadje kolen. Tegen de schutting leunt het tuinhek dat we voor aan de straat al misten. Het is een wrak, maar het kan nog prima dienen als voorbeeld voor een nieuw poortje in oude vorm.

We staan weer buiten: even in een tijdscapsule beland, in een wereld van een eeuw terug, waar het leven plaatsvond in een vorm die ons niet onbekend lijkt, maar die tegelijkertijd volslagen is veranderd.

Het verslag

Download hier het verslag